‘ROCK’N’ROLL BLIJFT MIJN EERSTE GROTE LIEFDE.’
20 september 2015
Het is een hoogst gelukkig huwelijk: muziek & verhalen. De mythologie van de vroege rockjaren schreeuwt bijna om een voorstelling. Erwin Nyhoff behandelt de muziek en de levens van zijn helden allemaal in zijn nieuwe theatershow: Kings of Rock’N’Roll. Denk: Buddy Holly, The Everly Brothers, Elvis, uiteraard, en Eddie Cochran, Fats Domino, Carl Perkins, Little Richard, Jerry Lee Lewis, Chuck Berry, Roy Orbison, én oersongschrijver Johnny Cash. Noem het een tribute, een hommage aan de grondleggers. ‘Rock-’n-roll blijft mijn eerste grote liefde. Daar kom je nooit meer van af.’
Erwin Nyhoff (1972) kan er uren over vertellen. Zoveel blijkt nog eens als we elkaar treffen in een Amersfoorts etablissement. Waar die liefde precies vandaan komt, wil ik weten. Erwin Nyhoff: ‘Ik speel vanaf mijn dertiende gitaar, de gevoelige leeftijd. Maar zo gauw ik het woord kon uitspreken heb ik altijd gezegd zanger te willen worden. Dat had alles te maken met de zwart-witbeelden die ik van Elvis had gezien. Op de Duitse tv, ik moet toen een jaar of vier zijn geweest. Op dat moment in de tijd wist ik natuurlijk niet wie hij was, maar ik raakte totaal onder de indruk van de oude rock-’n-roll. Op ontdekkingsreis in vaders platenkast kwam ik die persoon weer tegen. Ik herkende die smile, dat mooie gebit en die knappe kerel, en ik dacht: die plaat ga ik eens opzetten. Het was de verzamelelpee Golden Records van Elvis met Jailhouse Rock en andere hits. Daar stond ik op te dansen, een kuifje in mijn haar erbij.’
Als je van Elvis leert houden, is de brug naar de overige rockers snel geslagen. Precies zo ging het bij Erwin, hij kocht de platen, en las de boeken. In zijn voorstelling komen dan ook de volgende zaken onder meer aan bod: waarom schoot Elvis zijn televisies kapot? Waarom trouwde Jerry Lee zijn 13-jarige nichtje? Wat bracht Chuck Berry in de gevangenis? En waarom werd Little Richard predikant? Hogere americana, ambassadeurs van een gevaarlijk leven, dat zijn ze. ‘Vandaag is de muziekwereld eigenlijk heel braaf. Alle artiesten komen keurig op tijd, en spelen afgemeten hun repertoire. Zakelijk, professioneel, maar het gaat wel ten koste van de romantiek die ook bij rock-’n-roll hoort. De muziekstroming begon als rebellie, geen wonder dat iemand als Chuck Berry tijdens zijn loopbaan de gekste fratsen heeft uitgehaald, haha. Ik vind dat wel mooi.’
Muziek ter viering van het leven zelf, het vieren van je jeugd, ook: rock-’n-roll gaat over branie, is een statement van vrijheid, handelt over je meisje mee uit rijden nemen, geld verbrassen op vrijdagavond, de eerste zoen, het eerste gebroken hart, een goed popliedje is als een polaroid uit het volle leven.
‘De energie die eruit spreekt! Altijd als ik die muziek hoor, gaat er bij mij een knop aan. Die nummers zijn zo geschreven, lijkt het wel, dat het nauwelijks moeite kost om ze uit te voeren. Korte liedjes, ambachtelijke liedjes, lekker up tempo. Alles zit erin: kop en staart, mooi introotje, mooi solootje, mooie verhaaltjes. Je zingt je stem er ook niet op kapot. Er zijn rustiger nummers die veel moeilijker voor je stembanden zijn dan rock-’n-roll.’
Dus horen we in de voorstelling klassiekers als Peggy Sue (Buddy Holly), Summertime Blues (Eddie Cochran), of Tutti Frutti (Little Richard), nou ja, vul de hits uit de fifties maar in. Daar bovenop trekt hij de lijnen door naar de latere fases uit hun carrières, Elvis zong Always On My Mind natuurlijk voor zijn gevlogen bruid Priscilla. ‘Het slimme van met name die fifties-teksten is dat ze zich van een soort geheimtaal bedienen. Veel mocht nog niet worden gezegd, over seks en aanverwanten, bijvoorbeeld. Bovendien was er in het Diepe Zuiden destijds nog sprake van verregaande segregatie tussen blank en zwart. Maar geloof me: als Chuck Berry zingt over een Brown Eyed Handsome Man, dan heeft-ie het toch écht over zichzelf, haha.’ En dat is dan maar een van de verhalen. Interessant om ze nu eens uit de mond van een begenadigd muzikant met een gitaar in zijn hand te horen, gewone popprofessoren zijn er al genoeg.
Kings of Rock’N Roll –Met: Erwin Nyhoff (zang en gitaar) Dirk Schreuders (contrabas); Len van der Laak (piano); Jim Nyhoff (gitaar en zang). Regie: Jan-Hein Sloesen
Rob van Scheers (1959) is auteur van het succesboek Drie akkoorden en de waarheid – Muzikale levenslessen (uitgeverij De Kring).